1 april; werkt humor in therapie?!
Ben je dit jaar ook weer voor de gek gehouden? Kinderen die je attenderen op de kikker in je bil, een bericht in het nieuws waar je toch even intrapte of een slechte grap van collega’s? Het deed me denken aan het gebruik van humor door de dag heen en dan vooral binnen de gesprekken die ik met mensen voer. Ik zou niet zonder kunnen!
Humor werkt als een ventiel voor spanning, is mijn ervaring. Door op een speelse manier met zaken om te gaan, ook te kunnen lachen om moeilijke dingen en door af en toe hard om jezelf te kunnen lachen, geef je jezelf en de ander ruimte. Ruimte om je even goed te voelen, op je gemak, om contact te maken samen, om meer te zijn dan de therapeut en de cliënt.
Daarnaast helpt humor mij vaak om een boodschap over te brengen die zich er minder goed voor leent om helemaal uitgelegd en uitgesproken te worden. Een kwinkslag of een metafoor kunnen dan het goede werk doen, de ander even op een ander been zetten, even uit evenwicht brengen. En wanneer de ander het anders oppakt of eraan voorbij gaat, is het ook prima. Dan is duidelijk dat het (nog) niet past.
Dit evenwicht is er voor mijzelf net zo goed. Humor kan bevrijdend werken, maar kan ook bedekken. Een sarcastische grap hier en daar kan goed werken, maar wanneer dit vaak gebeurt, kan het een manier worden om dingen af te houden. Dat is dan weer niet zo werkzaam in therapie. Het is dus zaak om ruimte te laten voor humor en humor te gebruiken voor het scheppen van ruimte en tegelijkertijd de grens te bewaken waarbij humor een schild wordt waarmee gevoelens worden afgeketst.
Op de humor dus, om de ruimte te ervaren. En op die ruimte, om het gevoel toe te laten.