Het monster onder je bed
Dat je niet te dicht bij het randje van die afgrond gaat staan of toch maar niet die steeg inloopt waar je een hond hard hoort blaffen wordt veroorzaakt door angst. Reële angst dat er iets gevaarlijks of bedreigends staat te gebeuren. Het is dus zeker goed dat we allemaal af en toe angst ervaren. Het behoedt ons voor problemen.
Toch kan de angst zelf ook een probleem worden als het je dagelijks leven in de weg staat en er geen daadwerkelijk gevaar op de loer ligt. Een veel voorkomend voorbeeld is angst voor spinnen. De meeste mensen die bang zijn voor spinnen weten wel dat die spinnen, die in Nederland in ieder geval, niet écht gevaarlijk zijn. Maar wanneer de angst voor spinnen de overhand neemt en je niet meer naar buiten durft en iemand anders eerst je huis moet controleren voordat je naar binnen kan, staat het je normale leven flink in de weg.
Het voorbeeld van de angst voor spinnen is vooral een voorbeeld om het verschil tussen ergens de kriebels van krijgen en daadwerkelijke angst aan te geven. Wanneer je angst ervaart zonder daadwerkelijk gevaar en deze angst neemt de overhand kan dit behoorlijk ontwrichtend zijn. Vaak gaat het gepaard met piekeren, slecht slapen, verhoogde hartslag en soms zelfs paniekaanvallen. Dit kan ook voorkomen wanneer je, bijvoorbeeld, bang bent om een dierbare te verliezen. Dat is toch iets wat daadwerkelijk zou kunnen gebeuren zou je kunnen denken. Ja dat is zo, maar wanneer de angst hiervoor je belemmert om nog iets anders te doen dan bang zijn voor die situatie die er in het hier en nu nog niet is, is dit een teken dat de angst de overhand aan het nemen is.
In eerste instantie kan het zeker helpen om zelf op een aantal dingen te letten. Wanneer je last hebt van angst en piekeren probeer dan zo regelmatig en gestructureerd mogelijk te leven. Doe je dagelijkse routine op vaste tijden. Gezond eten en bewegen in de buitenlucht kunnen er ook voor zorgen dat je weer wat meer grip krijgt op de situatie. Blijf ook zoveel mogelijk dingen doen en probeer zelfs om de angstige situaties aan te gaan. Angst gaat vaak gepaard met schaamte. Deze schaamte maakt dat er niet gesproken wordt over de angst en de consequenties ervan. Toch kan het vertellen over angst al helpen om wat meer perspectief te krijgen en steun of hulp te ervaren. Wanneer er in je eigen omgeving niemand is met wie je hierover kan en wil praten of het helpt je niet voldoende deel je verhaal dan met de huisarts of een hulpverlener. Maak van angst je bijrijder en niet je bestuurder.