De mantelzorg voorbij

Morgen is het de dag van de mantelzorg. De term mantelzorg is sinds 1995 in gebruik en staat voor de warme mantel die om de schouders van een zorgbehoevende geliefde wordt gelegd. Een mooi gebaar. Er zijn situaties waarin naasten dit heel bewust en weloverwogen doen. Dan gaat het inderdaad om het leggen van een mantel om de ander. In veel situaties echter, gaat het leven zijn gang en ontstaat er op een bepaald moment, soms sluipenderwijs, een zorgbehoevende en een zorgende naaste of naasten. Dan is er geen sprake van een bewuste keus op een bepaald moment, maar van een situatie waar je steeds verder in verzeild raakt. Als het je meezit als zorgende naaste, kun je dit combineren met de andere taken in je leven. Dan knelt het soms, maar ervaar je tegelijkertijd een grote mate van betekenisgeving vanuit het zorgen voor de ander. De momenten dat mantelzorg gaat knellen, is op het moment dat de situatie langzamerhand zo belastend is geworden dat het niet meer te combineren valt met de andere taken in het leven en de last groter wordt dan de kracht van de betekenisgeving. Echter gaat het vaak om een zeer belangrijke ander waar je voor zorgt, waar je grote verbinding mee ervaart en waarbij er wellicht sprake is van wederzijdse afhankelijkheid. Waar is dan het moment dat mantelzorg over moet gaan in professionele zorg? Wie gaat dat aangeven? Wie wil, wie durft, wie ziet het?

Wanneer mantelzorgers uit een belastende en tegelijkertijd betekenisvolle periode komen en hun leven weer op de rit krijgen, de rust wat weerkeert, de overbelasting verdwijnt, kunnen er allerlei gevoelens gaan spelen. Gevoelens van verdriet om wat gebeurd is, om het moeten loslaten. Gevoelens van schuld, over het in de steek laten van de ander. Gevoelens van boosheid, over waarom dit hen is overkomen en dat men zich wellicht in de steek gelaten heeft gevoeld.

Laten we dus oog hebben voor de mantelzorger, zowel tijdens als na het leggen van de warme mantel.